Frans Janssens
Een trouwe Spartaan
Tijdens een rit met de 30-ploeg vroegen we al eens aan de Frans voor een gesprek met hem voor ‘in de kijker’, waarop hij gedecideerd antwoordde: ‘Ik heb niks te vertellen dan moet ge bij Maria zijn die heeft meer te vertellen dan ik.’ Goed, dat noteren we. Wanneer we dan het gesprek voeren met Els en Maria en Frans met z’n arm in de mitella hangt, ja dan kan hij er niet meer onderuit. Met wat tactvolle overtuigingskracht van de dames schuift Frans dan toch bij aan tafel nog steeds volhardend: ‘Jong, die hebben alles toch al verteld, wat kan ik daar nog aan toevoegen?’ Niettemin beginnen we ons gesprek en wat zal blijken: Frans heeft nog heel wat toe te voegen, meer nog hij komt op de proppen met weetjes die nog niet eerder ter sprake kwamen. Ga er gemakkelijk bij zitten, neem een kopje koffie of een glaasje wij en luister mee naar het verhaal van onze Frans:
37 à 38 jaar geleden begon Frans mee te rijden met De Spartaan hoewel hij in die dagen nog voetbalde wat voor hem uitgesproken numero uno was. Via vrienden (en die had en heeft Frans er veel) belandde hij bij De Spartaan. Nogmaals onze Péle in spe fietste enkel tussen de voetbalseizoenen. Nog specifieker of misschien fanatieker: Frans was een sportieveling van jewelste - joggen, tennissen, fietsen en voetballen. Maar zijn grote liefde was: ‘MARIA,’ roept Els vanuit de keuken, de ogen van Frans lichten op, vermoedelijk zat Els er niet veel naast. Hoe dan ook, als het over sport gaat dan was zijn grote liefde voetbal, dan tennis en daarna zou hij nog liever hardlopen dan fietsen. Willen is één zaak de werkelijkheid is een totaal ander gegeven: een knieoperatie zou stilletjes roet in het eten beginnen te gooien. Kordaat kijkt hij ons aan: ‘Een viertal jaar ging het voetballen nog, maar gaandeweg werd de last te groot. Tennissen lukte nog wel in competitieverband, maar … zoals arme Sisyphus eeuwig zijn steen de berg oprolt, die daarna steevast terug naar beneden rolt zodat hij opnieuw moet beginnen - zo begon het tennissen ook moeilijker te gaan. Mede daardoor moest Frans noodgedwongen gaan fietsen. Sterker zelfs, dat fietsen moest hij nu wel centraal stellen. Door de jaren begon hij dat fietsen toch meer en meer te waarderen. Zeg! Tussen ons gezegd en gezwegen, nu krijgt ge hem bijna niet meer van zijne velo!
Daar al dat sporten beschikte hij over een uitstekende conditie: fietsen ging dus vlot. Bij De Spartaan ontmoette Frans niets dan vrienden en kennissen: mannen waar hij mee had gevoetbald of getennist, mensen uit de sociale kring … ‘In zo’n klein dorp is het eigenlijk een klein groepje – waar iedereen, iedereen kent,’ hij mijmert weg, ‘Ja, dat waren echt gezellige tijden …’ En hij houdt het gezellig want met zijn arm in het verband vertelt hij (wat Maria hem influistert) hoe hij 31 jaar geleden zijn sleutelbeen brak toen hij zijn bus pakte om te drinken. ‘Ik drink anders nooit.’ Pardon, drink jij nooit? ‘Tijdens het rijden,’ stipt hij aan. Ook bij Frans komen de gouden jaren van De Spartaan ter sprake. We overlopen:
In die dagen reed De Spartaan naar Nederlands Limburg bij de Jokers om daar wat te gaan klimmen, of een andere keer trokken ze naar de Ardennen: de fietsen in het busje van Jan Janssen en hop, op avontuur. Telkens voor een gans weekeinde met ’s avonds volle bak ambiance. Daarnaast was er met Koninginnedag een volleybaltornooi waar De Spartaan aan deelnam. Of nog tijdens de winter trok De Spartaan naar de atletiekpiste in Kapellen om wat te lopen, ver te springen enz. Maar ook een dartstornooi in de Roskam om het gezellig te houden? En natuurlijk het clubkampioenschap. Frans, die niets te vertellen had, is niet meer te stoppen. Hij schuift wat naar voren op zijn stoel en gaat verder: ‘Er werd een rit uitgestippeld waarvan je moest zeggen op hoeveel tijd je die zou gaan rijden (het gemiddelde),’ Hij kijkt even of we mee zijn, ‘diegene die er het dichtste bij was, was clubkampioen.’ De winnaar kreeg een bekertje, een handvol snoepgoed en een kus van zijn vrouw – het was allemaal pure gezelligheid. Zoals in ieder goed filmscenario staat het onheil voor de deur wanneer de zaken vlot lopen. De Spartaan deelde eveneens in de klappen. Na de gouden jaren van De Spartaan stortte de ploeg ineen. ‘Er waren nog amper, tien leden denk ik,’ zegt de Frans op een wat weemoedige toon. Toon Van Laer stond als een Mozes op om zijn volk uit de woestijn te leiden. Toon wist de ploeg een nieuw elan te geven waarmee de toon gezet was waardoor De Spartaan begon uit te groeien tot de grote club die ze vandaag is. Toen de verschillende groepen zich vormden door de uiteenlopende behoeften die iedereen begon te krijgen, koos Frans ervoor om bij de vrienden te blijven. Dat er meerdere groepen zijn vindt hij goed omdat iedereen op die manier wel ergens zijn of haar gading vindt. Op zonnige dagen fietsen de mensen graag. Dat resulteert dan in soms echt wel té grote groepen wat voor gevolg heeft dat het best gevaarlijk wordt. ‘Maar ja, wat moet je daar aan doen?’ filosofeert Frans die er het zijne van denkt, denken we. Toch heeft hij nu definitief zijn draai gevonden op de fiets bij den 30. Hij traint in de week ook zoveel als mogelijk mee met de mannen op dinsdag en vrijdag. Dan worden er ritten gereden van zo’n 70 km tegen goed 30 gemiddeld. Ach, als het niet past dan fietst hij met de Jos en de Ghislain of de Jef … en we zijn weer weg, begrijpelijk als je veel vrienden hebt.
Heeft hij een voorliefde voor een bepaalde fiets? Zijn eerste fiets was een tweedehands, daarna heeft hij een fiets overgenomen van een voetbaltrainer om vervolgens de Jan Janssen van de Clement te bemachtigen en uiteindelijk zelf een Jan Janssen Quarante te komen – zijn eerste nieuwe fiets. ‘Een carbonne,’ voegt hij eraan toe. Nu weten we waarom hij zo rap en zo lang kan rijden: een Jan Janssen Quarante, ja dan is ’t gemakkelijk.
Frans keek wel naar het wielrennen, volgde het ook in de krant. Hij keek op naar: Jan Janssen, Hennie Kuiper, Adri Van Der Poel, Jack Van Der Poel, Jack Verbruggen, René Pijnen, Joop Zoetemeld ‘En,’ fluistert hij ons toe, ‘als er geen Nederlander won, dat supporterde ik voor Rik Van Looy!’ Voor Frans is Eddy Merckx de beste aller tijden en - dit klonk al hemelse muziek in onze oren – Marianne Vos is zonder twijfel de vrouwelijke Eddy Merckx. Maar… hij stopt niet, Pierre Lauwers, Piet Van Den Bergh, Jos Augusteyns, Jos Willemsen al de straffe gasten van De Spartaan daar heeft hij ook heel veel respect voor.
Gevraagd naar goede raad, stelt Frans: ‘Een helm dragen natuurlijk, iedereen respecteren, aanpassen aan de groep en nadien veel pinten pakken en lachen.
Frans die niets te vertellen had, heeft gelukkig heel wat verteld. Zijn eerlijkheid en openheid siert hem net als het respect dat hij toont voor de vrienden, voor de Spartanen. Frans is niet iemand met een handleiding. Frans is gemoedelijk recht door zee. Een echte vriend, een echte Spartaan die in het fietsen niet zijn eerste maar uiteindelijk toch een grote liefde vond. Frans, hoed af voor een echte sportman zoals jij. De Spartaan weet open, eerlijke, sportmannen zoals jij sterk te waarderen, juist daarom ook is De Spartaan echt trots om jou al jaren als lid in de club te hebben vandaar oprechte dank! (RS)
terug naar startpagina: klik hier