Tinie Van Tilborg
Cum Laude
Nog voor we een halve stap uit de auto gezet hebben waait de voordeur al wagenwijd open. De goedlachse Tinie is er helemaal klaar voor: het zonnetje schijnt, Tinie lacht – wat had je nou gedacht? We zijn nog maar net binnen of ze gooit ons al terug buiten: gelukkig op het terras met een bakje koffie en eigengebakken appeltaart – een bakkersvrouw kan immers taarten bakken als de beste, is het niet? Een zonnestraal later verdwijnt ze weer in de keuken waar we haar horen kletsen met de elektricien over haar aangepaste voeding. Ja, nu komen we de geheimen aan de weet! Zo weinig mogelijk en zo droog mogelijk … het hele trainingsprogramma voor de winterperiode wordt uit de doeken gedaan – maar niets daarvan, we zullen het zelf moeten uitvlooien. Tinie komt erbij zitten. Met haar doortastende vastberadenheid ademt deze gezellige vrouw met haar hele zijn hartelijkheid en spontaniteit uit gekruid met een vleugje deugnieterij. Une dame par excellence voor de damesploeg, een ambassadrice als het ware! Naar haar woorden moet ze gelukkig niet lang zoeken: ze struikelt er veeleer over. Wij noteren.
Tinie heeft tot haar 65 geschaatst (vermoedelijk moest ze toen met pensioen), dat schaatsen heeft ze ongeveer tien jaar gedaan. Naar eigen zeggen heeft ze daarbij zowat alles gebroken wat er te breken valt, maar goed er zijn vooralsnog geen potten gebroken. Het sporten zit haar in het bloed. Al van piepjong moest ze bezig zijn (tja, dat verwondert ons niet echt) altijd maar sporten, zoveel ze kon. Ze is niet te stoppen. Stop! Wanneer ben je … Tinie valt in: ‘Dat ik het niet weet, kan je dat niet opzoeken wanneer ik lid geworden ben’ Ja, dat kan opgezocht worden, maar ongeveer is ook goed. Fred wordt erbij gehaald, het familiearchief wordt geraadpleegd – conclusie: vijf jaar geleden ongeveer. Toen ze de schaatsen aan de haak hing – waar ze nog hangen – hoefde Tinie niet lang na te denken wat ze zou gaan doen. Zij zou gaan fietsen bij De Spartaan. Zij had die al zo dikwijls zien passeren toen ze in de winkel stond. De meeste van hen kende ze ook vanop de winkel, dus zonder veel overleg of planning op een zondag gewoon aanschuiven en trappen maar. Het sportieve in haar borrelde toch nog een beetje op (een beetje) en daarom startte ze bij de 25 van Marc Van Belle. Goh, daar heeft ze een poos meegereden en dat ging wel – afijn t’is te zeggen, niet echt van een leien dakje. Telkens ze thuiskwam was ze dan wel niet pompaf maar het zat er toch dichtbij. De rest van de zondagmiddag beentjes omhoog en languit op de bank: draaien, keren, snurken en dies meer. Op een dag streek er een witte duif neer op de vensterbank, een lichtstraal wrong zich tussen de wolken door, Tinie nam een slok van haar glas witte wijn en nam een weloverwogen besluit: ‘Ik neem nog een slok’. Daarna wist ze het zeker. Dat stevige fietsen is niets meer voor mij. De zondag daarop reed ze met de dames van Dini mee. De gezelligheid en het sociale dat daar overheerste dat was het waar Tinie naar op zoek was. En ja hoor, het dubbeltje viel meteen op z’n plek. Wat wil je Tinie kende al heel wat van die dames. Trouwens, ons Tinie kent zowat iedereen van in Brussel over Parijs langs Mayerhofen tot in Timboektoe toe.
Zoals reeds aangehaald stond sporten centraal bij Tinie. Het wielrennen werd haar met de paplepel ingegeven. Haar vader was soigneur van een wielerploeg met onder anderen Leo v/d Pluym (wij – wie?). Iedereen sleurde haar mee naar tal van lokale koersen. Tinie zag niets anders dan ingesmeerde, geschoren mannenbenen die de ziel uit hun lijf reden. Wij vermoeden dat kleine Tinie ook nog wel naar de kermisattracties gekeken zal hebben en later als ze wat groter werd … maar dat weten we niet zeker. Thuis was het al koers wat de klok sloeg en die sloeg ieder kwartier. Nog later thuis met z’n allen voor de buis voor alle grote en minder grote wielerwedstrijden. ‘Als de tijd toen was geweest zoals nu, dan was ik wielrenster geworden,’ geeft ze met blinkende ogen te kennen en ze voegt eraan toe: ‘Ik ben twintig jaar te vroeg geboren.’ Een brede glimlach bezegelt haar uitspraken! Fietsen vormt de rode draad in haar leven. Vrouwen op een koersfiets daar was in haar tijd spijtig genoeg geen sprake van, want anders … Ja, dat geloven we best en als ze de benen rond krijgt zoals ze babbelt dan ontmoeten we haar volgend seizoen zonder twijfel bij de 30-ploeg. Tinie houdt de boot af. Ze zou voor niets of niemand de damesploeg willen ruilen want die ploeg is goed geregeld. Iedereen kan mee. De ritten zijn goed. Geregeld stoppen voor een bakje koffie en een sneukel – met dank aan de ritcommissaris Dini die dat allemaal piekfijn in het oog houdt. Maar ook de koprijdsters Adrienne, Marie-José en Rita verdienen alle lof. Toch steekt ze nog een extra pluim op de hoed van Adrienne. ‘74 en nog altijd er zo tegenaan gaan, dat verdient alle respect.’ Ze kijkt me doordringend aan en knikt, ‘Of Nellie van Keizerswaard die is al achter in de 70 en die is er ook nog altijd bij.’ Echt de damesploeg is een mooie mix van personaliteiten waar de één al 'jaren en jaren' de ander aanvult. Daar komt nog bij dat de 20-ploeg een typische, traditioneel ingebedde eigenheid heeft: samen uit, samen thuis. Gezellig een kopje koffie op tijd en stond, wat lachen, bijpraten – ja die sociale gezelligheid vind je niet gauw meer, dat moeten we koesteren. Daar treden we haar volledig in bij. Dat is De Spartaan ten voeten uit: sociaal, gezellig en samenhorigheid, dat zal niemand tegenspreken. Het leven als verleden, heden en toekomst stroomt door de woorden van Tinie heen, plots wordt het op een prettige wijze anekdotisch:
We overlopen samen. Ze spreekt over lekrijden, over twee oude mannetjes tegenhouden (Statler en Waldorf?), over Wiske die nog een bandje had, helaas zat dat lek in haar tasje waar het al 200 jaar zat, over doorrijden naar een fietsenwinkel, bandje vervangen en terug lek. Oké, even Apeldoorn bellen (in haar geval de Fred), of over hun ontvangst op de Golf, bij de Jonckheere, over sleutels die kwijtraakten, over tegen paaltjes rijden, over …. de dames waar ze trots op is: Dini, Adrienne, Nelly en Nelly, Dara, Wiske en Astrid, Madeleine, Rita, Marie-José, ach en noem ze maar op. Je kent ze toch vanop op de Ladiesrit. Jaja, wij kennen ze, wij zullen ze nooit vergeten: onze ladies! Over de ladiesrit niets dan lof bij Tinie, dat is amuseren zeg, alle dames weten het te smaken. Wij zien het nog zo voor ons dat de dames het weten te smaken maar het ook lieten smaken: rosé à volonté! Tinie leeft helemaal op en leeft zich ook helemaal in. Tinie is iemand die er echt altijd helemaal klaar voor is. Dat beaamt ze ook. Iedere dinsdag als het even kan rijdt ze met de dames mee. De ritten zitten goed, ze maalt graag kilometers maar stopt net zo goed om ‘bij te tanken’.
Wat fietsen betreft heeft ze een hybride Jan Janssen Millenium 2000 (daar heeft ze al 10.000 km mee gereden), vroeger had ze een Tildrie van haar broer, maar nu heeft ze een Leontien Van Moorsel en daar is ze oh zo tevreden over, echt ze is er trots op, op haar chique hypervrouwelijk roos wit Leontientje.
Als voorbeelden golden voor haar Leontien Van Moorsel in den tijd en nu Marianne Vos. Maar Leontien dat was op en top vrouwelijkheid, ook op de fiets. Leontien die straalde vrouwelijkheid en het vrouwelijke uit. Bij de mannen was het Jan Janssen, Adri Van Der Poel, Hennie kuiper en de hele Nederlandse sfeer die er woei ten tijde van Peter Post en de Raleighploeg.
Als goede raad geeft ze ons zonder aarzelen mee: ‘Een vrolijk gezicht, een lieve lach en dan schijnt het zonnetje weer in je hart.’
Tinie je overvalt ons met die uitsmijter en tegelijk ook niet, want zo kennen we jou als immer goedlachse vrouw. Tinie bedankt voor de warme ontvangst en De Spartaan is reuzeblij met Cum Laude-leden zoals jij. (RS)
terug naar startpagina: klik hier