Raf en Mark
Vandaag weten we waar we aan beginnen. Dit wordt een rit op de rollercoaster van De Spartaan: het relaas van twee Putse rakkers, twee positivo’s, twee strijdmakkers, twee broers: Raf en Mark Janssens! Bij aankomst worden we verwelkomd door Muriel. De twee kadetten zijn nog aan het werk. Eerlijk gezegd, hadden we niet anders verwacht: de twee broers rollen altijd de mouwen op. Ze staan klaar om meubelen te leveren, maar evengoed om hier of daar een handje toe te steken op cultureel, sportief, sociaal of educatief gebied. Mark en Raf altijd in de weer, altijd op pad – goedlachs, enthousiast maar vooral positief. ‘Mooi, het leven is mooi,’ lijkt wel hun motto. Hoewel dat leven hen toen ze nog heel jong waren ferme dreunen heeft verkocht. Daardoor lieten zij zich niet uit hun lood slagen. Integendeel zij groeiden uit tot geëngageerde mannen die er altijd en overal voor willen gaan, die het heft in eigen handen nemen, die hun projecten altijd ten volle steunen. Wel die mannen komen enkele ogenblikken later met veel bombarie binnengevallen: ze waren nog effekes … ! In geen tijd staat er taart en koffie op tafel en hun verhaal ontrolt zich als de rode loper waarop een overgelukkige bruid zich naar het altaar begeeft. De gedrevenheid, het enthousiasme van de twee broers vliegt langs alle kanten in het rond. Wij moeten enkele noteren, en dat doen we ook - luister maar:
Raf was als eerste lid van De Spartaan, vertelt Mark. Toen reden die de woensdagavond en de zondagmorgen. Mark is niet te stoppen: hij sleurt ons mee naar Val Orange en zet ons op de ski’s. Hij was daar aan het skiën toen Raf een eerste keer meereed met De Spartaan. Raf duwt Mark opzij, springt boven op de tafel en toont ons apetrots zijn plaquette van Sportpersoonlijkheid van het jaar 2005. Amper bekomen ruilen we bij Mark de ski’s voor een paar voetbalschoenen en belanden op de voetbalvelden van ‘weten wij hoeveel’ voetbalclubs. Mark was meer dan 20 jaar een fervent voetballer die in die dagen stiekem droomde van een plaats bij de rode duivels van Guy Thijs. We zijn pompaf: voetbal is aan ons niet besteed. Gelukkig worden we gered door Muriel die borden brengt en de taart aansnijdt. Raf zegt: ‘Ik fiets al van mijn 16 jaar samen met ons vader (Bob Janssens jaren lid van De Spartaan en goede vriend van Jan Janssen en Piet Rentmeester). Ik heb zelf verschillende koersen meegereden. Fietsen dat heb ik altijd graag gedaan. ‘Nee’, zegt Mark, ‘Op fietsen had ik het niet begrepen. Mijn dada was het voetbal. Punt.’ De twee geraken aan de babbel argumenten vliegen ons om de oren. Opnieuw is Muriel de reddende engel wanneer ze een doosje pralines op tafel zet. Daar maken wij gretig gebruik van om nog wat structuur aan te brengen.
Goed, eerste poging: laten we bij Raf beginnen. In het begin trainde Raf met zijn vader. Eind jaren 80 reed hij regelmatig mee met De Neus en den Hamburg. Zo geraakte hij meer en meer vertrouwd met het wielertoeristenmilieu ondersteund door zijn Putse sociale netwerk van familie, vrienden en kennissen. Het gesprek valt stil enkele mensen van een toneelvereniging komen langs om de bakfiets van Raf te lenen. Later zal blijken dat het voor het Bal van De Spartaan was. Hop, Raf weg – zoals in het begin gezegd altijd bezig met van alles en nog wat. Oké, tweede poging we beginnen dan maar met Mark: We weten inmiddels dat Mark voetbalde toen Raf voorstelde om mee te gaan fietsen. Maar, geeft Mark grif toe, het begon met het voetbal wat achterop te geraken (blessures en hij viel ook af en toe naast de ploeg). Geen zorgen, Mark had een koersfiets Batavus (gekocht bij Bob Jacqmain) die hij gebruikte om wat te trainen. Dus, Mark schoor zijn benen, smeerde die in met Algipan en trok naar De Spartaan waar hij met den 32 meereed. Hij herinnert zich dat er toen al verschillende groepen waren. Dat vond hij toen en vindt hij nog steeds heel goed. Op die manier is er voor elk wat wils. Dat is de kracht van De Spartaan die verschillende groepen. Je kan vrijelijk kiezen naargelang je conditie en dat biedt heel wat mogelijkheden. Raf valt in, samen stellen ze dat: ‘Iedere zondag bij De Spartaan is het voor ons een stukje vakantie.’ De twee zijn niet meer te stoppen. Ze laten ons voor wat we zijn en keuvelen erop los over hoe goed het is dat er verschillende ritten zijn, de ritten zijn altijd anders, bij andere clubs is dat zo niet, De Spartaan betekent veel voor hen, heel veel, De Spartaan is een geweldig iets (oei ontologische beschouwingen!) – de superlatieven volgen mekaar op. De Spartaan is een familie, een hechte groep, niemand kijkt neer op een ander, neem nu de dames hoe zij zich amuseren, maar net zo wanneer we ’s zondags binnenkomen dan begint iedereen met iedereen te praten, we zijn geïnteresseerd hoe het er aan toegaat in de andere groepen, er heerst een fijne sfeer onder De Spartanen – de ‘after bike’ is telkens opnieuw genieten: een heus evenement. Raf merkt kordaat op en Mark treedt hem bij dat de ‘nieuwe’ website daar veel aan gedaan heeft. Zij zijn superfans van de ‘De Spartaanwebsite’. Wij buigen nederig het hoofd na zoveel lof. Raf en Mark springen recht sleuren ons uit onze stoel ontkurken een fles champagne en met Raf op kop wordt een Polonaise ingezet op de tonen van het clublied. Het wordt duidelijk dat we nog niet aan de nieuwe patatten zijn met die twee gasten – probeer nu maar eens het overzicht te bewaren. Structuur hoeft voor hen niet, dat lappen ze vrolijk aan hun laars. Zij willen vertellen over hoe goed het bij De Spartaan is, hoe fijn alles georganiseerd is – zonder enige twijfel: iedere zondag is het wat hen betreft feest bij De Spartaan.
Mark benadrukt dat hij door het vele werken niet kan trainen zoals hij wel zou willen. Hij moet zich beperken tot de donderdagavond. Dat is de avond waarop hij met Jef Van Beek, Marco, Ivo, Wim en enkele andere vrienden gaat fietsen. Raf komt tussen, hij kan gelukkig dagelijks met de fiets naar het werk: een rit van 42 km heen en weer (omdat hij rondrijdt langs de BASF). Bij De Spartaan had Mark het meteen naar zijn zin daar ontmoette hij mannen als Jan Janssen en Jac Van Der Poel die in minder dan geen tijd hem van voetballer wisten om te toveren tot wielertoerist. Fietsen bij De Spartaan is voor Mark vanaf dag één: twee aan twee rijden, wat babbelen, gezellig onder vrienden, maar ook een intense sportbeleving in een toffe vriendenploeg waartoe zeker Fonne Mees behoort. De Fonne is een uitzonderlijke man, vriendelijk, loyaal en karaktervol – Mark en Raf hebben veel respect voor de Fonne (schrijft dat er maar bij). Mark heeft het zich geen dag beklaagd dat hij lid is van De Spartaan, hij voelt zich goed in zijn vel bij De Spartaan. Vastbesloten voegt hij er met enige plechtigheid aan toe: ‘En bij deze ploeg zal ik blijven, want ik voel me er opperbest!’. De twee broers geraken opnieuw onderling aan de klap; ‘Ja, Mark fietsen is een geweldige vrijheid’ Mark: ‘Zeker met die verschillende ritten: je rijdt de ene keer over de Oesterdam en een volgende keer raas je voorbij de basiliek van Ouden Bosch’ In koor: ‘En dat allemaal dankzij onze ritcommissarissen.’ Raf en Mark vinden het best dat de 34 vier ritcommissarissen heeft: Mar Guns, Jac Van Der Poel, Frank Franken en Jan Janssen Jr. Die mannen zetten zich in voor de groep en doen dat schitterend. Daarnaast vinden zij Marc Guns een echte voortrekker binnen De Spartaan iemand die van de club houdt, die al in de club is van in het begin en die er met hart en ziel bij betrokken is. Zij vinden hem een plichtsbewuste kerel.
De gouden tijden van De Spartaan waar soms wordt over gesproken is van voor hun tijd. Voor hen beleeft De Spartaan vandaag gouden tijden. Kijk naar het aantal leden, zie naar de verschillende groepen, het aantal dames, jongeren, heren, sportievelingen, enthousiastelingen – je vindt ze allemaal bij De Spartaan. De Spartaan is een enorm sportieve groep die wat wielertoerisme betreft echt enorm veel te bieden heeft, meer nog: De Spartaan is een voorbeeldclub! Ja, zo kennen we die twee. Wat hen betreft staat alles bij De Spartaan op nummer 1. Maar hoe kennen we ze nog? Raf is een iemand die veel en graag fietst – en het mag ietsje meer zijn. Hij rijdt geregeld aan de kop met Serge Guns of Ronny Stijleman (nen toffe gast). Raf vindt ook het er stevig tegenaan gaan belangrijk. Hij is niet weinig trots dat hij dit jaar één keer het vrij stuk gewonnen heeft. Mark geeft toe dat hij misschien wel niet de beste is, maar vindt het vrij stuk wel belangrijk omdat je je er kan in uitleven.
Hebben zij een voorliefde voor een bepaald fietsmerk:
Unisono Jan Janssen! Mark heeft een Jan Janssen Parijs-Nice, Raf een Jan Janssen Race Pro allebei afgemonteerd met shimano Ultegra. Ze kiezen Jan Janssen omdat het kwaliteitsfietsen zijn, maar zeker ook voor de man Jan Janssen – een grote meneer.
Waren er sporters naar wie ze opkeken?
Mark: Jan Janssen en Jean Marie Pfaff. Raf: Jan Janssen, Edwig Van Hooydonck met wie hij op shool zat en Sven Nijs. Er valt even een stilte. Natuurlijk was ons grootste voorbeeld Bob Janssens. Ons vader was een vriendelijk, sociaal, meelevend, begripvol man. Beiden kijken elkaar aan: ‘Ons vader was een karakter man. Om kort te gaan ons vader speelde een belangrijke rol in ons leven en doet dat nog steeds.’ We babbelen even over Bob Janssens, de broers tonen ons een foto van hun vader met Jan Janssen. Bedankt Pa, bedankt Bob!
Hebben de heren Janssens nog een goede raad? Zij slijpen hun potlood en schrapen de keel.
Mark: Altijd een helm dragen, probeer zo veel mogelijk ritten met De Spartaan mee te rijden. De ritcommissarissen doen hun uiterste best. Vrienden, laten we allemaal De Spartaan hoog in het vaandel blijven dragen.
Raf: Alle Spartanen zouden altijd de clubkledij moeten dragen, we hebben nu een prachtige tenue en probeer als lid iedere zondag aanwezig te zijn. Kortom: wij houden van De Spartaan en van alle Spartanen.
Beste Mark en Raf, jullie motivatie, jullie gedrevenheid ontroert ons. De manier waarop jullie spontaan vanuit jullie hart over De Spartaan spreken, raakt ons diep. Dat De Spartaan zo veel voor jullie betekent komt niet echt als een verrassing. Dat ziet iedereen die jullie bezig ziet tijdens maar zeker ook na de ritten. De Spartaan wil duidelijk stellen, Raf en Mark, dat jullie zeker zoveel voor de club betekenen als de club voor jullie betekent. Raf en Mark we zouden zeggen bedankt, maar we zullen er misschien beter ene trakteren – scholl! (RS)
terug naar startpagina: klik hier