Jef en Dini
Vrijdag 16 augustus 2013
Boegbeelden
Jef Van Oevelen
Zonder het vaak zelf te beseffen steunt een club, een team of een ploeg op boegbeelden. Die ankerpunten, steunpunten zeg maar, geven onbewust de aanzet waaruit zich een typische eigenheid ontworstelt. Een mailtje regelt vlot een gesprekje met Jef en Dini de boegbeelden van den dertig en de damesploeg. Een kopje koffie en een lekker gebakje bezegelt de gezellige huiselijkheid waarna Jef ons verrast met een opeenvolging van haast mythische anekdotes die verhalen hoe De Spartaan zich ontpopte tot de ploeg zoals we haar vandaag kennen. Wanneer je zo lang fietst met zo’n hartstocht voor ‘den dertig’ als de Jef dan rijgen de verhalen zich aaneen in een vloeiende woordenstroom als stille getuigen van woelige tijden over hobbelige wegen met kronkelige bochten. Met veel aandacht en nog meer plezier nemen wij alles in ons op om het als volgt samen te vatten:
Een paar werkmakkers overhalen Jef in 1976 om mee te gaan fietsen. Tot dan had hij, naar eigen zeggen, een hekel aan fietsen. Zijn eerste racefiets kocht hij bij Aertssen in Kalmthout en stopte zich trots in een Raleighplunje. Er vormde zich op het werk gaandeweg een groepje van een twintig man. Enkele maanden later trokken ze zelfs met vijf naar Geraardsbergen om daar de Muur op te stormen. ‘Dat was halverwege buiten de waard gerekend,’ voegt Jef eraan toe. Nee dat hoefde voor hem niet. De leidinggevenden op het werk waren de fietsers niet echt goedgezind waardoor het project in 1979 een stille dood stierf.
Bij de reservepolitie kwam Jef terug in contact met het fietsen. Hij haalde zijn oud vehikel van onder het stof en begon op regelmatige wijze te fietsen. Alle dinsdagen werd er nu zelfs getraind. Samen deden ze meerdaagse uitstappen op verschillende plaatsen in Nederland, België en zelfs Engeland. Niet iedereen was even sportief, sommigen reden gewoon mee om weg te zijn. Jef had de microbe te pakken en voelde zich stilaan beter en beter worden. Jef kan het niet laten om toch vlug even te vertellen dat hij in Engeland tegen 80 per uur in een afdaling tegen het asfalt ging zonder helm en zonder kleerscheuren. Plots springt er tijdens ons gesprek een spreekwoordelijk Duveltje uit een doosje: Jef vertelt hoe hij Ronny Hellemans leerde kennen via een gezamenlijke kennis namelijk de Postcommandant van Putte.
Uiteindelijk weet een collega bij de Politie Jef te overhalen om in 1990 lid te worden van De Spartaan die toen nog onderdak vond bij De Roskam. In die dagen waren er amper een 15-tal leden waarvan 5 à 6 actieven waaronder: Eddy Struyf, Marc Guns, Jan Janssen, Piet Van Den Bergh, Frans Janssens, Louis Tilborg, Toon Van Laer, Piet Hagtingius enz. De Spartaan reed uit als één groep tegen maximum 30 en deed ritjes van 80 à 90 km. Vrij snel stak Jef actief de handen uit de mouwen: secretaris van 1992 tot 2001, hij was ook ritcommissaris en stippelde samen met Piet Hagtingius verschillende nieuwe ritten uit.
De Spartaan had toen steeds een volgwagen van de firma Jan Janssen. Op een gegeven moment geraakte de club op een of andere manier zonder volgwagen. De club nam een eigen initiatief om een ander busje aan te schaffen. Maar goed, koken kost geld dus er moest geld in het laatje komen. Daardoor ontstond in 1994 de idee om een ATB-tocht in te richten. Samen met Toon Van Laer, Piet Hagtingius en vele anderen stak Jef zijn schouders gedurende bijna 10 jaar onder dat project dat Luc Dierickx in 2001 zou overnemen. In die tijd kon Toon Van Laer via via o.a. Adri Van Der Poel e.a. aanspreken waardoor een fietsenfabriek zelfs bereid was een Mountainbike te schenken om te verloten. Op die manier evolueerde de ATB-tocht tot wat hij vandaag geworden is: de zuurstof van de club, het fundament zelfs van de club. Zo zien we hoe belangrijk de zoektocht naar middelen was (voor de volgwagen) en hoe effectief de oplossing bleek te zijn.
In 2003 schijnt de zon volop aan de hemel als Jef met pensioen gaat. Vanaf nu heeft hij meer tijd om volle bak te fietsen en te trainen. En dat doet hij ook samen met Ghislain, Jos, Frans Janssens enz. eerst 2 à 3 dagen per week dat uitgroeit tot bijna dagelijks op de fiets om zoals de Pierre zegt: ‘Met de manne te goan raaie’. ‘Fietsen,’ besluit Jef, ‘is een essentieel onderdeel van mijn leven geworden.’!
Jef reed achtereenvolgens met een Aertssens, een Cornello, een Jan Janssen, een Ridley en een Sirocco. In het begin reed hij met Shimano 105 en Ultegra, nadien met Campagnolo Centaur en nu met Chorus. Ergens prefereert hij Campagnolo.
Jef rijdt gemiddeld 8000 km per jaar, maar de laatste jaren zit hij haast altijd boven de 10000 km. Als hij ooit al naar een renner heeft opgekeken dan is het wel naar onze eigen Jan Janssen, en daar zal iedereen het wel met hem eens zijn.
Dini Van Oevelen
We zetten Jef in de zetel met enkele stripalbums van Suske en Wiske om naar het verhaal van Dini te luisteren. Dini die binnen de damesploeg uitgegroeid is tot een echte naam, tot iemand waar De Spartaan op steunt en die bij iedereen geliefd is. Het bewijs kwam ook dit jaar niet echt onverwacht toen Dini tijdens de Ladiesrit 2013 door haar vriendinnen gekozen werd als Persoonlijkheid van het Jaar. Zelf stond zij er wat verbaasd bij te kijken en kon ze het niet geloven, bescheiden als ze is – de stille kracht op de achtergrond. ‘Weet je,’ benadrukt ze ‘eigenlijk zijn Els en Maria beginnen fietsen. Zij hebben mij omgepraat.’ Ons Dini is dan wel een sportfanaat. Zij houdt van wielrennen en volgt regelmatig de wedstrijden op televisie. ‘Zij kijkt meer naar de koers dan ik,’ roept Jef vanuit zijn zetel en Dini beaamt. Ja ze ziet graag naar de koers en zeker naar de cross naar Marianne Vos (Ik spring een gat in de lucht: Dini weet wat kampioen zijn betekent!). Toch voelde ze er aanvankelijk niet veel voor om zo maar op de fiets te springen en met de meiden mee te rijden. Dini stelt uitdrukkelijk dat zij toen (in 1993) te zwaar was en geen conditie had. Ze puft en voegt er nog aan toe dat eenmaal ze dan toch meereed het voor geen meter liep. Het was afzien. Nee, ze had er geen vertrouwen in, maar met de hulp en steun van de leden begon het telkens beter te gaan en kreeg Dini er meer zin in. Dat toont, volgens haar, aan hoe belangrijk een club, een ploeg is waar men elkaar kent, bijstaat en helpt – met raad en daad. Op die manier ontstaat er een sfeer van verbondenheid, een omgeving waar je je gesteund voelt, waar je jezelf kan zijn al vlot het aanvankelijk niet zo goed. En, in feite geldt dat ook vandaag nog en best wel voor alle groepen – eigenlijk voor alle fietsclubs: oog en oor hebben voor mekaar is geen luxe.
De dames zijn beginnen fietsen doordat de mannen fietsten. Kijk, als de mannen iedere zondag zich weten te amuseren op de fiets kunnen wij dat net zo goed, luidde de leuze. Ongeveer een dozijn dames melden zich paraat. Zij reden qua afstand vanaf het begin gelijkaardige ritten als vandaag. Hoofdzaak was van meet af aan om van de zondagse ritjes een sportieve, sociale manier om te ontspannen te maken … en daar zijn we in geslaagd, meer nog daar zijn we trots op, zegt Dini. Je merkt een fonkeling in haar ogen – misschien wellen enkele herinneringen op aan de begintijden of misschien wel het besef dat ze hun groep toch maar netjes opgebouwd hebben tot wat die vandaag is: een damesploeg waar De Spartaan mee kan uitpakken (en dat ook doet!).
Wielertoerisme evolueerde met de jaren net als het materiaal, de voedingswijzen en zelfs trainingsmethoden. Zo kwam het dat sommigen op ‘een andere manier’ zouden willen rijden. Daardoor vormde de groep zich om tot twee groepen. Met de blik achteraf vond ieder zijn eigen weg en gaat het de twee ploegen nu aardig voor de wind.
Dini nam vrij snel het heft in handen bij de damesgroep, bijvoorbeeld om de ritten op te stellen en aan te passen, maar net zo goed het klassement bij te houden (daar had en heeft ze thuis een goed voorbeeld van rondlopen). Ze mijmert even weg wanneer de vraag valt wat fietsen voor haar betekent: ontspanning, gezellig, babbelen en sinds we de 20-groep zijn de koffiestop uiteraard – vandaar: de koffieploeg. ‘Nee Jef,’ spartelt ze tegen, ‘geen pannenkoekenploeg, dat heeft een verkeerde connotatie. Wij zijn geen pannenkoeken!’. Dat kunnen we alleen maar beamen de dames van De Spartaan zijn geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Het zijn stuk voor stuk vrouwen die weten wat ze willen en dat ook durven zeggen.
Dini traint gedurende de week zo vaak ze kan met de meiden, maar ze doet ook ritjes alleen op haar citybike Gazelle. Het is al haar tweede Gazelle. Ja, ze houdt wel van dat merk. We stippen aan dat Rik van Looy ook met Gazelle reed bij ‘Willen II Gazelle’. Dini rijdt ongeveer 1500 km per jaar, ze zag Indurain graag rijden en als goede raad wil ze ons nog meegeven: ‘Blijf sportief en hou het leuk’.
Dini en Jef, hoed af en veel respect voor jullie beiden, De Spartaan is trots op jullie (RS)
om terug te keen naar de startpagina: klik hier