Esther en René
Esther en René Been - Nagtegaal rijden bij de 30 en 34
De Spartaan vindt sportiviteit, gezelligheid en vooral het sociale aspect van het wielertoerisme heel belangrijk. Daarnaast staat onze club bekend om haar diversiteit. Dat weerspiegelt zich in een sublieme mix van verschillende leeftijden en meerdere groepen. Vrouwen, ook dat is geweten, hebben hun sporen al ruimschoots verdiend binnen de club. Laten we die typerende elementen van onze club eens ‘in de kijker’ zetten. Hoe zouden we dat beter kunnen doen dan langslopen bij Esther en René? Je treft beiden aan bij de 34 dan weer een keertje bij de 30-ploeg. Daarnaast ontmoet je hen op haast alle evenementen van De Spartaan waar ze, spontaan als ze beiden zijn, in geen tijd met iedereen een babbeltje slaan. Esther en René belichamen op hun eigen manier de fundamentele waarden van De Spartaan.
Gezellig in de tuin met een kopje koffie met fierheid gemaakt op traditionele wijze. We laten het smaken terwijl de zon prikt alsof het hartje zomer is, waarvoor dank Laura! Ergens in juli 2008 nestelden Esther en René zich vanuit BOZ in Putte. Vrijwel onmiddellijk werden zij beiden lid van De Spartaan waar ze ook meteen bij de 32-groep starten. Esther was daar op dat ogenblik de enige vrouw en zou dat ook blijven. Haar eerste gedachten tussen al die A-mannetjes was: ‘Nou, ik wil in het vrije stuk alvast niet de laatste zijn en dat is me aardig gelukt …’. Esther en René zijn op en top sportievelingen die van Tourclub De Markies in BOZ kwamen. Esther vertelt met evenveel enthousiasme als we haar zien rondfietsen hoe ze ongeveer 20 jaar geleden begon te mountainbiken – alleen in het najaar. In de zomer deed zij fietstrektochten op eigen houtje. Wanneer ze daaraan toevoegt dat die naar de Dolomieten in Italië, maar net zo goed naar Duitsland, Engeland enz. gingen dan krijgt het woord fietstrektocht plots een enigszins andere invulling. René trekt de wenkbrauwen op: ‘Esther is echt de vrouw van de extremen’. Zij haalt haar schouders op: ‘Ik ben een sportieve ADHD-er’. Fietsen zit bij haar in het bloed. Haar vader was een hevige wielrenner. Hij was het door wie zij uiteindelijk ’s zomers op de weg begon te rijden. Zo kwam zij ongeveer 11 jaar geleden bij TC De Markies terecht waar René toen al lid was. Esther was ook daar de enige vrouw maar ze stond zonder vepinken haar mannetje. Tussen hen sloeg de vonk over: de fiets die als Cupido fungeert – kan onze sport zich nog mooier tonen? Zij werden een koppel, verhuisden naar Putte ontdekten De Spartaan waar ze zich cito presto thuis voelden (ja kijk, als je je nog niet thuis voelt bij De Spartaan, waar dan wel – zo is het toch?). Maar goed, alle stokjes op de gekheid dit keer, laten we een polsen naar die bewegings-ADHD? Esther klikt in en vertrekt als Usain Bolt: ze deed aan hardlopen, volley, basket, turnen, paardrijden, wandelen – de twee laatste tot op de dag van vandaag. Hoe zij erover vertelt, met zo’n temperament, dat toont een intense beleving van het ‘sportieve’ die weinigen gegeven is. René herhaalt: ‘Ik vond jou altijd al extreem’. We hebben haar bij het Houten Kot bezig gezien – ja, kan je dat dan nog tegenspreken? Trainen doet ze bij Jan Mat , het houten kot en als het even kan rijdt ze de grote ritten bij De Spartaan. Fietsen betekent heel veel voor Esther, bij De Spartaan vindt ze helemaal haar draai: ‘Het is een goede club. Je kan er alle kanten op: verschillende groepen, je kan in de week samen trainen. De Spartaan is best een sociale groep: gezellig en leuk!’. René voegt eraan toe dat hij wel houdt van de mix België – Nederland: ‘De Belgen brengen een bescheidenheid binnen in de club,’ zegt hij – René is een verstandig man!
Beiden vinden de ATB-tocht van De Spartaan een heel belangrijk evenement. ‘Die tocht is heinde en verre gekend, man. Hij heeft een heel goede naam en moet zeker behouden blijven.’ Ergens hebben ze allebei spijt dat ze de tocht nu niet meer zelf kunnen rijden, wat ze vroeger wel deden. Esther vindt dat het tijdstip wat ongelegen is en dat de weersomstandigheden daardoor de tocht vaak parten spelen
Wat het merk van fiets betreft heeft Esther geen enkele voorkeur. Als een fiets haar ligt dan zou ze die liefst zo lang mogelijk (liefst levenslang) houden. Zij stelt weinig belang in al dat technische en houdt niet van verandering: ‘Hou het simpel en dat het goed werkt!’. Momenteel rijdt ze met een Ridley Excalibur afgemonteerd met Campagnolo Centaur en heel specifiek heeft ze een San Marco Rolls zadel … en ze wil geen ander.
Op de vraag naar een favoriet in de wielerwereld antwoordt ze dat haar vader haar grote voorbeeld was en nu wil ze René het nakijken geven – maar binnen de wielrennerij, niemand.
Als goede raad geeft ze ons nog mee: ‘voor de 30-ploeg hou het tempo constant, niet ineens keihard in de remmen – maar als geheel bekeken loopt alles prima.’
Een kleine stoelendans, het verleggen van de focus en we luisteren hoe René het verhaal vervolledigt. En … wat blijkt? Esther, Esther is het meisje … ja, het meisje van de drummer van de band! René had/heeft nog een andere passie: drummen. Dat was hem, zo zegt hij letterlijk, met de paplepel ingegeven. Maar die passie bleek niet langer combineerbaar met werken, fietsen, verbouwen. Dat tromgeroffel onderbrak de rond hossende René die al van zijn 14 koerste (2 jaar nieuwelingen, 2 jaar junioren en 1 jaar amateur). Voorheen had hij wat geturnd, tussendoor gejogd of mountainbiken en spinnen in de winter (pure conditietraining – je kan er maar garen bij spinnen). Maar zoals gezegd hielden vooral de off-bike activiteiten René van de fiets. Een vijftal jaar hing hij de fiets(en) aan de wilgen. Edoch, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en de fiets kwam terug aankloppen bij hem. Zo werd René dan lid van TC De Markies in BOZ en begon hij opnieuw wedstrijden te rijden bij de vrije bonden waar hij ‘de smoor uit zijn banden reed’ zoals Marc Guns het pittig fietsen zo mooi kan omschrijven. De wind draait en keert net als het lot dat de mens naar alle kanten drijft waardoor René uiteindelijk in Putte belandde waar hij zich onmiddellijk aansloot bij De Spartaan – wat had je dan gedacht?
Immers, fietsen biedt René een ongekende waaier aan mogelijkheden tot ontspanning: je fietst alleen, met vrienden, bij de club, je rijdt wat heuvels op en af of je houdt het rustig met af en toe een terrasje. ‘Echt, fietsen dat is sportief, actief, sociaal bezig zijn, pittig of rustig dat maakt niet uit.’ Trainen doet hij een beetje zoals het uitkomt met zijn dienstrooster. De ene keer bij Jan Mat waar hij geregeld aan de kop rijdt of zichzelf in de wind zet om ‘er stevig tegenaan te gaan’ of soms bij het houten kot.
René weet Italiaanse fietsen wel de appreciëren: Colnago, Pinarello – het gaat dan vooral om het emotionele. Nu rijdt hij zelf op een Look (een Franse fiets) waarvan hij vooral de kwaliteit van het carbon belangrijk vindt – dat maakt het verschil.
Als favorieten noemt hij: Bernard Hinault, Joop Zoetemelk en gans de Raleighploeg van Peter Post: ‘Man, dat was Nederland die reed …’, zegt hij terwijl hij er terug hevig van wordt als herbeleeft hij passioneel de spannende momenten van weleer.
René schuift naar voor op zijn stoel, kijkt ons aan, aarzelt even, leunt terug achterover, knipt met de vingers om ons vervolgens deze goede raad mee te geven: ‘Veiligheid dat is hoofdzaak, blijf geconcentreerd op de fiets. Praten is leuk en moet, maar blijf scherp – het is zo gebeurd. Voorts is het heel belangrijk om geen papiertjes op de straat te gooien, we hebben sowieso al geen al te beste naam.’
Inderdaad, maar met twee zo’n gemotiveerde, enthousiastelingen zal daar spoedig verandering in komen. Esther en René, leden zoals jullie geven De Spartaan net dat beetje meer – hartelijk bedankt! (RS)
terug naar startpagina: klik hier